· 

CIMO-logica, een introductie voor Design Thinkers

Mijn persoonlijke kennismaking met CIMO-logica was er één die ik niet snel zal vergeten. Het was tijdens een tweedaagse op de Universiteit Twente waar ik een gastcollege kreeg van emeritus hoogleraar Joan van Aken. Joan van Aken is een van de grote namen in het zogenaamde Design Science Research en co-auteur van het wetenschappelijke artikel dat CIMO-logica aan de wereld presenteert. Ik had op dat moment nog nooit van Design Science Research gehoord, maar na het bevlogen gastcollege van Joan van Aken kon ik mij haast niet voorstellen dat ik ooit nog onderzoek zou doen op een andere manier.

 

Design Science Research heeft een andere kijk op onderzoek dan verklarend onderzoek. Waar bij verklarend onderzoek de vraag kan worden gesteld 'hoe werken dingen?', stel je jezelf bij Design Science Research de vraag 'hoe zouden dingen kunnen werken?'. Design Science Research zou je daarom kunnen zien als het wetenschappelijke equivalent van Design Thinking; bij beiden doorloop je dezelfde stappen. Grofweg zijn dat: 1) je verdiepen in een probleem, 2) een probleemvraag definiëren, 3) je verdiepen in mogelijke oplossingsrichtingen, 4) één of enkele oplossingsrichtingen selecteren en uitwerken in een prototype, en 5) het prototype testen op het beoogde resultaat. De focus bij deze methode ligt dus op het onderzoeken van de oplossing, in plaats van het onderzoeken van het probleem. Juist vanuit het onderzoeken van de oplossing gaat een enorme energie uit, die ook debet is aan het succes van deze methodiek.

 

Bij Design Science Research wordt de oplossingsrichting ook wel een artefact genoemd. Een artefact is namelijk iets dat ontstaat door menselijk handelen. Deze artefacten kunnen verschillende vormen krijgen: het kan iets conceptueels zijn zoals een methode, model of framework, maar het kan ook iets procedureels zijn, zoals richtlijnen, of juist iets technisch, zoals een algoritme of een innovatie (Costa et al, 2018). Bij Design Science Research onderzoek je dus het resultaat van zo'n artefact. Om dat resultaat krachtig te formuleren is de CIMO-logica geïntroduceerd. De CIMO-logica is mijns inziens zo'n krachtige structurering van losse elementen dat die niet alleen zinvol is voor wetenschappers die Design Science Research praktiseren, maar ook voor professionals die Design Thinking praktiseren.

 

CIMO is een afkorting voor de letters Context, Intervention(s), Mechanism(s) en Outcome. De logica kan als volgt worden omschreven (van Aken & Andriessen, 2011): voor dit probleem in context (C), kun je deze interventie (I) toepassen, die door deze mechanismen (M) voor dit resultaat (O) zorgt. Wanneer je deze ene zin kan invullen heb je in één oogopslag je hele project of onderzoek samengevat. Een sterkere 'elevator pitch' kom je niet vaak tegen!

 

Laten we eens wat dieper op de onafhankelijke letters van de CIMO-logica ingaan. De start ligt niet voor niets bij de C van context. Ieder probleem doet zich voor in een bepaalde context en het is in de meeste gevallen een illusie om te denken dat er een gouden medicijn of vuistregel is die een probleem in alle verschijningsvorm kan oplossen. Zo kan je je voorstellen dat er andere oplossingen nodig zijn wanneer je doelgroep jongeren in plaats van ouderen betreft, of B2B in plaats van B2C, of non-profit in plaats van profit, et cetera. De context bepaalt of een artefact haar werk gaat doen of niet. Omdat Design Science Research gericht is op het oplossen van praktijkproblemen, en niet op het creëren van fundamentele kennis, is die context cruciaal. Maar ook in de prakijk gaan we te snel op zoek naar algemeen geldende wetten, en gaan we er te snel aan voorbij dat vrijwel ieder voorstel context-afhankelijk is. Juist wanneer je evidence-based beleid wilt ontwerpen is het belangrijk dat je het probleem vanuit de context beschouwt. Door zo expliciet te starten met de context, wordt deze niet alleen benoemd, maar kan de impact van de context ook niet uit het vizier van het (onderzoeks)project raken.

 

De volgende letter, de I van interventie, vormt een beschrijving van het artefact. Met andere woorden, wat is het dat je kan doen om het probleem in context C op te lossen? Die interventie komt niet uit de lucht vallen, maar is het gevolg van een breder verhaal. Dat bredere verhaal, dat ook wel te typeren is als het waarom achter de interventie, wordt gekarakteriseerd met de M. Dus de I is wat je wilt gaan doen, en de M is het antwoord op de vraag waarom je denkt dat die interventie gaat werken. 

 

Je sluit af met het resultaat: de O van outcome. Belangrijk om hierbij te realiseren is dat bij ontwerpgerichte (onderzoeks)projecten de uitkomst iets kan zijn dat je verwacht, maar ook heel goed iets kan zijn dat je niet verwacht. Daarom wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen 'intended outcomes' en 'unintended outcomes'. Juist het rapporteren van die onverwachte uitkomsten is belangrijk. Veel grote ontdekkingen komen namelijk voort uit onverwachte resultaten. Ik hoef alleen maar de ontdekking van penicilline door Alexander Fleming te noemen en je begrijpt wat ik bedoel. Het goed opmerken van deze onverwachte uitkomsten kan daarmee gezien worden als een 'driver of change' (Holmström et al 2014).

 

In de populaire managementliteratuur is men te veel gericht op algemeen geldende vuistregels. Denyer et al (2008) classificeren dit ook wel als IO-logica: als je dat (O) wilt bereiken dan moet je dit (I) doen. Deze IO-logica is prima voor niet-complexe, gestructureerde, context-onafhankelijke situaties (maar die zijn er niet zoveel...), maar wanneer het vraagstuk complexer, ongestructureerder en context-afhankelijk wordt (vrijwel alle vraagstukken waar probleemoplossend vermogen voor nodig is) dan voldoet de IO-logica niet meer. Vandaar deze introductie op de CIMO-logica! Wanneer je meer bedreven raakt met de CIMO-logica, dan kan je het niet alleen gebruiken als formuleringszin van je conclusie maar ook als basis van je (onderzoeks)plan. Dat (onderzoeks)plan krijgt dan een mooie boomstructuur waarin één of meerdere interventies kunnen leiden tot verschillende uitkomsten. Een visualisatie van die boomstructuur is te vinden in de onderstaande figuur. Met deze blog hoop ik je vooral uit te dagen om de CIMO-logica toe te passen op je ontwerpgerichte projecten. Maar let op, er bestaat daarbij een reële kans dat je, net als ik, verslaafd raakt aan deze methodiek ;-)

 

Figuur: Boomstructuur CIMO-logica, geïnspireerd op Costa et al (2018).

 

Auteur: Eveline van Zeeland

 

Meer lezen:

  • van Aken & Andriessen (red.)(2011). Handboek ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek. Uitgeverij Boom Lemma
  • Costa, Soares & de Sousa (2018). Exploring the CIMO-logic in the design of collaborative networks mediated by digital platforms. Working Conference on virtual enterprises, 2018.
  • Denyer, Tranfield & van Aken (2008). Developing Design Propositions through Research Synthesis. Organization Studies, vol 29 (3), pp 393-413.
  • Holmström, Tuunanen & Kauremaa (2014). Logic for accumulation of Design Science Research Theory. Proceedings of the 47th Hawaii International Conference on System Sciences
  • van Zeeland & van der Meulen (2018). Design Science Research zoekt de verbetering: is het waar, nieuw, interessant? Clou Magazine vol 89.

 

 

Meer leren: Basiscursus Design Thinking